Financiële begroting

Grondslagen en uitgangspunten

Inwoners en aantal woningen
In de begroting wordt gerekend met de ontwikkeling van de woningbouw en het aantal inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt voor de ramingen van de belastingopbrengsten. Voor de raming van het gemeentefonds gebruiken we de uitgangspunten die het ministerie van Binnenlandse Zaken gebruikt in haar verdeelmodel.

Woningbouwproductie per jaar

2022

2023

2024

2025

2026

Bestaande stad

540

475

500

500

600

Waalfront

42

300

250

400

200

Waalsprong

650

700

750

750

750

Verschil t.o.v. stadsbegroting 2022

-360

-225

-200

-200

1.550*

Inwoners

2022

2023

2024

2025

2026

Aantal inwoners per 1-1

179.100

180.500

181.500

183.000

184.000

Toename inwoners

1.400

1.000

1.500

1.000

1.000

*In de Stadsbegroting 2022-2025 was nog geen raming opgenomen voor 2026.

Rente
Met de sterke inflatie in zowel Amerika en Europa en daarbovenop de Oorlog in Oekraïne zien we momenteel dat de langlopende rente snel oploopt. Of dit structureel van aard is en hoe snel er stabilisatie plaatsvindt is momenteel heel lastig te zeggen. Gemeente Nijmegen wordt slechts beperkt blootgesteld aan dit renterisico. De komende jaren voorzien wij slechts enkele tientallen miljoenen aan herfinanciering van bestaande leningen. Het merendeel van onze leningenportefeuille ligt nog voor langere tijd vast tegen lage rentetarieven. Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht ons om een rekenrente te hanteren die in lijn ligt met de werkelijk door ons te betalen rente. Wij stellen voor om de rekenrente vooralsnog gelijk te houden op 0,8 %. Binnen de treasurybegroting is hiervoor voldoende ruimte. Dit geeft ons de mogelijkheid om te kijken of de markt stabiliseert of dat we structureel rekening moeten gaan houden met hogere rentelasten vanaf 2024 en verder.

2023

2024

2025

2026

Rekenrente:

Inzet van reserves en voorzieningen

0,8%

Doorberekening aan investeringen

0,8%

Langlopende leningen

2.0%

pm

pm

pm

Kortlopende leningen

0,0%

0,25%

0,5%

0,5%

Indexeringspercentages
In de financiële spelregels zijn de uitgangspunten en de methode vastgelegd voor het generiek aanpassen van de prijzen in de begroting. Onder meer is vastgelegd dat het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Plan Bureau (CPB) wordt gebruikt. Hierop zijn de percentages gebaseerd die op 22 juni door uw raad zijn vastgesteld.

In augustus kwam het CPB met nieuwe ramingen. Deze ramingen waren beduidend hoger dan in maart. Omdat het niet aanpassen van de begroting in 2024 voor deze cijfers de realisatie van de ambities en doelen onder druk zet, stellen wij voor de indexeringspercentages voor 2023 aan te passen. De percentages voor 2024 en later jaren worden volgend jaar bijgesteld. In de financiële inleiding wordt dit toegelicht.

Loonsom

Materiële lasten

CPI

gemeentelijke tarieven

Jaren 2024 en later op basis  raadsvoorstel 22 juni

5,50%

4,80%

6,90%

5,30%

Begrotingsjaar 2023 op basis augustusraming

4,10%

12,40%

13,50%

6,90%

Parameters grondexploitatie
De rekenparameters voor de planexploitaties worden jaarlijks vastgesteld. Voor het bepalen van de parameters wordt extern advies ingewonnen. Deze voorgestelde parameters worden vervolgens door de accountant getoetst op plausibiliteit.

De parameters zijn gebaseerd op een verkenning van de economische ontwikkelingen en afgestemd met onze accountant Deloitte. Belangrijke bronnen zijn het CPB (centraal economisch planbureau) DNB, CBS & Kadaster, NVM (Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs), ABN AMRO en andere specifiek markt gerelateerde bronnen.

Bij het opstellen van de parameters wordt een onderscheid gemaakt in planexploitatie met een lange looptijd en planexploitaties met een korte looptijd (tot 5 jaar). Op dit moment zijn de projecten Waalsprong, Stationsgebied en Winkelsteeg langlopende planexploitaties. Binnen de verbonden partij Waalfront wordt zoveel mogelijk aangesloten bij deze parameters, maar kan het bijvoorbeeld door specifieke financiering noodzakelijk zijn om eigen afzonderlijke parameters te hanteren.

De voorgestelde parameters zijn als volgt:

langlopende planexploitaties

2023

2024

2025

2026

2027

2028 ev

Grondkosten

4,50%

3,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Koopwoningen

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Huurwoningen

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Kantoren

1,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Bedrijfsruimte

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Winkelruimte

1,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

rekenrente

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

 

kortlopende planexploitaties

2023

2024

2025

2026

2027

2028 ev

Grondkosten

4,50%

3,00%

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

Koopwoningen

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Huurwoningen

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Kantoren

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Bedrijfsruimte

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Winkelruimte

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

rekenrente

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Nieuwe taakvelden
Vlak voor de zomer zijn nieuwe voorschriften gepubliceerd voor het aanleveren van financiële informatie aan het rijk (de IV-3). Aanleiding voor de nieuwe voorschriften is dat de bestaande uitvraag op de beleidsvelden WMO en jeugd als te grofmazig wordt ervaren.  De ministeries BZK en VWS hebben daarom een uitwerking gemaakt, waarbij de vijf taakvelden voor individuele voorzieningen WMO en jeugd worden opgedeeld in negentien nieuwe taakvelden.
Naast de nieuwe taakvelden zijn er verschuivingen tussen taakvelden en hebben twee taakvelden een nieuwe naam gekregen.

2023 overgangsjaar
De ministeries van BZK en VWS beseffen dat het ombouwen van de administratie tijd kost en hebben daarom 2023 als een overgangsjaar bestempeld. Gemeenten kunnen gedurende 2023 nog volgens de oude taakvelden gegevens opleveren. De realisatie over geheel 2023 moet wel aangeleverd worden volgens de nieuwe voorschriften. Voor wat betreft de begroting 2023 wordt een (onderbouwde) inschatting/raming gevraagd.

Impact op de programmastructuur en financiële huishouding van Nijmegen
De wijziging van de taakvelden heeft ook gevolgen op de eerder door de Raad vastgestelde programma- en productenstructuur. De onderverdeling van de programma’s is namelijk gebaseerd op de taakvelden van de BBV.
Om de gevolgen van de aanpassingen goed in beeld te brengen is meer tijd nodig we komen daarom uiterlijk tijdens de voorbereiding op de Stadsbegroting 2024, terug op de consequenties voor de financiële huishouding van Nijmegen.  

Deze pagina is gebouwd op 11/29/2022 11:31:24 met de export van 11/28/2022 15:13:08