Risico's
Coronacrisis
We hebben nu voor het derde jaar op jaar op rij op te maken met de gevolgen van de coronacrisis. De meeste maatregelen om de verspreiding van corona te beperken zijn afgeschaft. Waarschijnlijk zal de coronacrisis ook in 2023 nog effect hebben. Welke financiële gevolgen dat met zich mee zal brengen, is onzeker. De verwachting is dat er vanuit het Rijk geen compensatie meer zal komen voor mogelijke extra kosten.
Omdat het niet mogelijk is om een onderbouwde uitspraak te doen over de financiële gevolgen handhaven we het risico dat in de Stadsrekening 2021 is opgenomen van afgerond € 5 miljoen De kans dat dit risico zich tot deze omvang voordoet is ingeschat op 30%.
De oorlog in Oekraïne
De gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de wereldwijde economie zijn groot, stijgende prijzen voor energie en materialen. Directe gevolgen voor onze stad zijn bijvoorbeeld de opvang van Oekraïense vluchtelingen, de economische sancties op Rusland die mogelijk ook impact hebben op burgers en ondernemers in de stad, maar ook eventuele contracten voor afname van Russisch gas (Gazprom).
Uitgangspunt is dat de kosten voor de opvang van de vluchtelingen betaald kunnen worden uit de rijksmiddelen die we hiervoor krijgen. Als het gaat om de stijgende prijzen dan hebben we voor 2023 de prijsbijstelling bijgesteld op basis van de augustusraming van het CPB. Deze raming is fors hoger dan op eerder is berekend.
Grondexploitatierisico's
Ook bij de grondexploitaties zorgt de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne voor onzekerheid, evenals de stijgende prijzen voor energie en materialen. Hoe de economie en vastgoedmarkt zich de komende periode gaan ontwikkelen is onduidelijk. De parameters waarmee we de grondexploitaties doorrekenen zijn opgesteld met de kennis van vandaag. Deze parameters worden gebruikt bij het opstellen van de VGP 2023. De risico's voor de bestaande exploitaties handhaven we op het niveau van de berekeningen uit de Stadsrekening 2021.
Winkelsteeg Kanaalzone
De risico’s die samenhangen met de gepresenteerde ontwikkelvisie en de gewijzigde grondexploitatie zijn in beeld gebracht en door middel van een Monte Carlo Analyse gekwantificeerd. Het totale risicoprofiel bedraagt € 53,1 miljoen bij het voorgeschreven zekerheidspercentage van 80%.
Stationsgebied
De planexploitatie stationsgebied kent een substantieel risicoprofiel. Het betreft een complexe gebiedsontwikkeling, met een looptijd van 10 jaar, dat zich nog in de beginfase bevindt. Het risicoprofiel van de planexploitatie Stationsgebied werd bij de Stadsrekening ingeschat op circa € 40 miljoen.
De planexploitatie wordt jaarlijks integraal geactualiseerd bij de Voortgangsrapportage Grote Projecten. Dan worden opnieuw de kansen en risico’s bepaald. Omdat er bij de Begroting 2023 -2026 geen integrale actualisatie plaatsvindt, wordt het risicoprofiel gelijk gehouden met de Stadsrekening op circa € 40 miljoen. De verwachting is dat het risicoprofiel bij het komende VGP hoger wordt, gezien de onzekerheden in de markt. Bijvoorbeeld op het gebied van toekomstige kostenstijgingen en de dynamiek op de woningmarkt.
Bijzondere toelichting verdient het risicoprofiel van de ontwikkeling van de Westentree. De realisatie van de Westentree had in de Stadsrekening een aandeel van circa € 7 miljoen ten opzichte van het totale risicoprofiel. Het college heeft op 12 juli 2022 ingestemd met de realisatieovereenkomst waarin afspraken zijn gemaakt over het realiseren van de voorkeursvariant. Deze scopewijziging resulteert ook in een bijstelling van het risicoprofiel. De verwachting is dat het risicoprofiel van de bijgestelde planexploitatie Westentree iets afneemt. We zien echter onvoldoende aanleiding om op dit moment het totale risicoprofiel te verlagen in deze Begroting. Dit heeft te maken met de onzekerheden die we zien op andere onderdelen binnen het project zoals eerder vermeld.
Project bedragen x € 1.000 | Stadsrekening 2021 | Stadsbegroting 2023 |
---|---|---|
Waalsprong | 23.000 | 23.000 |
Waalfront | 3.600 | 3.600 |
Hezelpoort | 0 | 0 |
Onderwijshuisvesting | 2.400 | 2.400 |
Stationsomgeving | 40.400 | 40.400 |
Winkelsteeg/ kanaalzone | 53.100 | 53.100 |
Overige projecten | 1.950 | 1.950 |
Subtotaal | 124.450 | 124.450 |
Dempingsfactor | 10% | 10% |
Totaal | 112.005 | 112.005 |
Ten opzichte van de Stadsrekening 2021 is het totaal aan risico’s niet gewijzigd.
Hieronder geven we de risico's voor de jaren 2022 tot en met 2026 in afzonderlijke kolommen weer. De risico's van 2027 tot einde looptijd staan in de laatste kolom. Voor Waalsprong geldt als laatste jaar 2033 en voor Waalfront is het laatste risicobedrag in 2028. Voor de planexploitaties Winkelsteeg en Stationsgebied is dit 2042 en 2030.
Project bedragen* € 1.000 | totaal risico | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | latere jaren |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Waalsprong | 23.000 | 5.300 | 4.700 | 3.600 | 3.500 | 2.200 | 3.700 |
Stationsgebied | 40.400 | 2.700 | 1.400 | 2.500 | 6.300 | 5.800 | 21.700 |
Waalfront | 3.600 | 1.700 | 800 | 100 | 500 | 0 | 500 |
Winkelsteeg Kanaalzone | 53.100 | 4.800 | 2.000 | 1.000 | 2.800 | 5.800 | 36.600 |
Onderwijshuisvesting | 2.400 | 900 | 1.200 | 200 | 100 | 0 | 0 |
Overige projecten | 1.900 | 675 | 675 | 300 | 200 | 100 | 0 |
Totaal | 124.400 | 16.075 | 10.775 | 7.700 | 13.400 | 13.900 | 62.500 |
Programmarisico's
Wij hebben de risico-inventarisatie in ons risicomanagementsysteem geactualiseerd. Deze inventarisatie heeft 126 geïdentificeerde risico's opgeleverd die voldoen aan de afgesproken criteria:
- risico’s met grote financiële gevolgen,
- waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed, of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen.
Risico’s die al zijn afgedekt door maatregelen laten we buiten beschouwing. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we ook buiten beschouwing.
Hieronder staat de top 10 met de belangrijkste risico’s, met in de eerste kolom een korte omschrijving van het risico en daarnaast het maximale bedrag dat het risico als nadeel in de begroting tot gevolg kan hebben en een inschatting van de kans dat het risico optreedt
Risico’s gemeentelijke activiteiten exclusief planexploitatierisico's | Max. netto gevolg x €1 miljoen | Netto Kans % |
---|---|---|
COVID-19. We nemen een overkoepelend totaalrisico op i.v.m. de effecten van het zogenaamde Corona-virus voor de gehele organisatie. | 5,0 | 30% |
Gemeentefonds. De ruimte onder het plafond van het Btw-compensatiefonds valt lager uit dan wij geraamd hebben. | 3,4 | 50% |
Jeugd. Volumegroei Jeugd ambulante begeleiding. De volumeontwikkeling van begeleiding is afhankelijk van meerdere factoren: het groeitempo van de basishulp aangeboden door de Buurtteams Jeugd en Gezin (ten koste van het aandeel van de aanvullende zorg), de contractsturing op aanvullende zorgaanbieders en de grip op en samenwerking met andere wettelijk verwijzers zoals huisartsen, jeugdartsen en GI's. | 2,5 | 70% |
Jeugdzorg. Financieel risico i.v.m. open einde regeling. Het aantal kinderen en gezinnen dat gebruik maakt van intensievere trajecten stijgt. | 4,5 | 70% |
Wmo HH. Huishoudelijke Hulp wordt weer inkomensafhankelijk. Risico vanaf 2025. | 1,6 | 80% |
Jeugdzorg. Nijmeegse vertaling van landelijke maatregelen hervormingsagenda: Vanaf de begroting 2023 zijn maatregelen uit de voorlopige landelijke hervormingsagenda vertaald naar de Nijmeegse jeugdbegroting. De besparingen lopen op van 2,2 miljoen in 2023 naar structureel 5,3 miljoen vanaf 2026. De hervormingsagenda is nog onderwerp van onderhandeling tussen rijk, gemeenten en zorgaanbieders. | 2,2 | 70% |
SOR. Invoering van Samenhangende Objecten Registratie (SOR) als vernieuwde basisregistratie (BAG, BGT, BRT e.a.). | 3,4 | 25% |
Jeugdzorg Woonplaatsbeginsel. Met ingang van 1 januari 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel van kracht. Het huidige woonplaatsbeginsel in de jeugdwet is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven als het gaat om ambulante jeugdhulp en de woonplaats waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Dit betekent dat onze gemeente verantwoordelijk wordt voor een nieuwe populatie jeugdigen en dat tegelijkertijd andere gemeenten verantwoordelijk worden voor een aantal van onze huidige jeugdigen. | 1,0 | 50% |
Gastheerschappen MGR en ODRN. De gemeente verleent dienstverlening op de terreinen Personeel, ICT, Facilitaire Zaken, financiën en juridische zaken voor de ODRN en de MGR. Door middel van Gastheerschaps-overeenkomsten wordt deze dienstverlening vastgelegd en doorbelast aan de beide externe partijen. Op het moment dat deze gastheerschappen stoppen hebben we frictiekosten op huurinkomsten en personeelskosten | 1,6 | 30% |
Met ingang van 1-1-2019 is het recht op btw aftrek binnen de sport komen te vervallen. Via de SPUK-Sport (specifieke uitkering) heeft VSA een btw bedrag van € 3.742.438 geclaimd. | 0,6 | 50% |
Onder ‘kans’ schatten we hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. De cijfers in deze twee kolommen kunnen niet zomaar vermenigvuldigd worden. Op basis van de geschatte kans en het financiële risico na toepassen van beheersmaatregelen, voert het risicomanagementsysteem Naris een statistische analyse uit. Op grond daarvan kunnen wij met een redelijke mate van zekerheid beoordelen of ons weerstandsvermogen toereikend is om deze risico’s op te kunnen vangen.
Als een risico zich daadwerkelijk voordoet, proberen we eerst de directe effecten in de lopende begroting op te vangen, voordat we een beroep doen op de saldireserve. Bij een zekerheidspercentage van 80% komt uit de Monte Carlo-simulaties, uitgevoerd in het risicomanagementsysteem, een risicoprofiel van € 13,9 miljoen. Hierbij houden we rekening met beheersmaatregelen. Dat is hoger dan bij de Stadsrekening 2021, toen we bij 80% op € 12,1 miljoen uitkwamen. Bij de Stadsrekening 2022 voeren we weer een actualisatie uit van alle risico’s.
Gemeentefonds
Een belangrijke inkomstenpost voor de gemeente is de gemeentefondsuitkering vanuit het rijk. Deze uitkering is gebaseerd op een aantal parameters, zoals bijvoorbeeld de inwoneraantallen en oppervlakte van gemeenten, maar ook op de rijksuitgaven (de "trap op-trap af systematiek") en de ruimte onder het BCF (Btw CompensatieFonds).
Ieder jaar blijkt dat de definitieve vaststelling van de gemeentefondsuitkering afwijkt van de verwachting. Deze afwijking kan zowel positief als negatief zijn. Bij ieder Planning en Control (P&C) document herijken we het bedrag van de uitkering en passen we de begroting aan.
Extra middelen voor gemeenten voor jeugdhulp 2024
In meicirculaire zijn, zoals gezegd, door het kabinet ter compensatie van tekorten in de jeugdzorg middelen toegekend voor 2023. Het kabinet gaat de komende tijd met gemeenten en andere partijen verder in gesprek over de Hervormingsagenda Jeugd; die zal gaan bestaan uit een combinatie van kostenbesparende maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd. Bij het afsluiten van deze Hervormingsagenda zal het kabinet ook besluiten over de extra middelen voor 2024 en verder die aan gemeenten beschikbaar gesteld gaan worden. Het advies van de Arbitragecommissie casu quo de Commissie van Wijzen vormt het uitgangspunt. Voor de jaren 2023 tot en met 2026 hebben het Rijk, de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) al eerder afgesproken dat de gemeenten een stelpost mogen opnemen in de begroting van nog te ontvangen middelen. Het risico bestaat dat we niet volledig worden gecompenseerd
Ruimte onder het BCF-plafond
Het BCF (Btw Compensatie Fonds) en het gemeentefonds zijn communicerende vaten. Dat wil zeggen dat het bedrag dat in het BCF overblijft nadat alle aanspraken zijn verrekend, wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Tot 2019 werd dit bedrag opgenomen in de meicirculaire en toegevoegd aan de begrote uitkering gemeentefonds van het rijk. Vanaf 2019 wordt dit bedrag niet meer geraamd, maar alleen nog uitgekeerd op realisatiebasis. In de begroting hebben wij een raming opgenomen voor de ruimte onder het BCF plafond geraamd overeenkomstig het standpunt van de provincie, het ministerie van Binnenlandse zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het risico bestaat dat die ruimte niet geheel tot uitkering komt, evenals dat wij een risico lopen op afwijkingen tussen realiteit en aannames van de overige parameters.
Vennootschapsbelasting (landelijk verschil van mening tussen de Belastingdienst en de gemeenten)
Met ingang van 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Wij hebben onderzoek gedaan naar de verplichtingen die hiermee samenhangen. Op de eerste plaats moesten we beoordelen of de gemeente door de 'ondernemerspoort' komt. Daarvoor is bepalend of gemeentelijke activiteiten mogelijkerwijs winst met zich meebrengen. De conclusie is dat de parkeervoorzieningen, de vastgoedtak en de grondexploitaties niet winstgevend zijn. Over reclameactiviteiten heeft de Belastingdienst het standpunt dat daarmee een onderneming wordt gedreven. De gemeente Nijmegen, en ook andere gemeenten, delen dit standpunt niet. Op 30 augustus 2022 kwam de rechtbank Gelderland tot het oordeel dat het door gemeente Nijmegen ingestelde beroep gegrond is. De belastingdienst zal naar verwachting in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak.