GR Doelgroepvervoer regio Arnhem Nijmegen
Openbaar en gemeentelijk belang
Het samenwerkingsverband heeft tot hoofddoel de belangen van deelnemende gemeenten met betrekking tot het tot stand brengen, ontwikkelen en in standhouden van een kwalitatief hoogwaardig, herkenbaar, efficiënt en eenvoudig te gebruiken doelgroepenvervoer gemeenschappelijk te behartigen. De beleidstaak blijft bij de individuele gemeenten. In 2016 is de Bedrijfsvoeringsorganisatie doelgroepenvervoer regio Arnhem Nijmegen (BVO DRAN) opgericht en belast met de inrichting van (onder andere) haar financiële (administratieve) organisatie, het financieel beleid en het financieel beheer.
Actualiteiten en risico's
Onze stadsbegroting komt komende jaren door verschillende factoren binnen het doelgroepenvervoer verder onder druk te staan. Met onderstaande actualiteiten en risico’s zullen we de aankomende jaren in onze begroting rekening moeten houden in het kader van het doelgroepenvervoer:
- AVAN houdt rekening met een stijging van de vraag van 10% binnen het vraagafhankelijke vervoer en 5% binnen het routevervoer terwijl de gemeentelijke begroting maar met 2% rekent. Deze percentages zijn de afgelopen jaren niet realistisch gebleken maar gaven wellicht een vertekend beeld door de coronapandemie.
- Het AVAN doelgroepen vervoer is gestart met de ontwikkeling van de infaseringsplannen zero emissie. We willen de komende jaren toewerken naar een emissie loos doelgroepenvervoer. Dit past binnen de ambitie van Nijmegen maar zal ook verder gaan drukken op de begroting. Vanaf 2024 worden hier binnen de BVO DRAN begroting middelen voor gereserveerd die vooralsnog niet in de stadbegroting meegenomen zijn. Er dient vanaf 2024 rekening gehouden te worden met een kostentoename zero emissie van 5% van de vervoerskosten in het vraagafhankelijke en 15% op het routevervoer. Deze prognose is nog eventueel onderhevig aan eventuele ontwikkelingen binnen het zero emissie taxivervoer.
Bovendien is de inrichting van het vervoer gebaseerd op een ‘open einde ’systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een deelnemer meer of aangepast gebruik inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. De deelnemende gemeenten streven naar het versterken van de eigen kracht van de reiziger en een toename in het gebruik van algemene voorzieningen in combinatie met een afname in het doelgroepenvervoer. Gemeenten zijn ook aan het kijken naar beheersmaatregelen binnen het doelgroepenvervoer die niet te kosten gaan van de kwaliteit van het vervoer.